Stapeling regelingen binnen het sociaal domein
Dit onderdeel bespreekt de stapeling of samenloop van regelingen in het sociaal domein die de gemeente uitvoert, zowel per inwoner als per huishouden. Deze regelingen zijn onder te verdelen in de domeinen zorg, inkomen, werk en jeugd.
In totaal waren er in 2020 61.500 cliëntrelaties van inwoners met de gemeente. Daarbij gaat het om ruim 31.500 inwoners, oftewel 18% van de bevolking (net als in 2019). Gekeken naar zelfstandige huishoudens (exclusief bewoners van verpleeghuizen en verkamerde panden) gaat het om bijna 23.000 huishoudens. Dat is 30% van de zelfstandige huishoudens, net als in 2019.
Naast gemeentelijke regelingen kent het sociaal domein regelingen die de landelijke overheid uitvoert. Het gebruik van deze regelingen is voor de gemeente niet op persoonsniveau beschikbaar. Daarom blijven deze regelingen buiten beschouwing in de analyses over de stapeling van regelingen. Onderstaand wel de kerncijfers rond de landelijke regelingen:
- zorg uit de Zorgverzekeringswet werd in 2019 door 90% van de Nijmegenaren gebruikt (bron: Vektis Zorgspiegel Gemeenten). Het ging meestal om bezoek aan de huisarts (83%), farmaceutische zorg (63%) of bezoek aan een medisch specialist (55%). 6% van de Nijmegenaren maakte gebruik van de geestelijke gezondheidszorg. Voor 2020 zijn de percentages niet goed vergelijkbaar; huisartsen ontvingen voor bijna alle patiënten een continuïteitsbijdrage corona. Deze cliënten worden in statistieken geteld als gebruikers van huisartszorg, ook als zij geen bezoek aan de huisarts hebben gebracht;
- de Wet langdurige zorg werd in 2020 door 2% de Nijmegenaren gebruikt (bron: Vektis Zorgspiegel Gemeenten). In 2019 ging het ook om 2%;
- een uitkering arbeidsongeschiktheid (Wao/Wia/Wajong/Waz) was in 2020 voor 7760 Nijmegenaren van toepassing (bron: CBS). In 2019 ging het om een vergelijkbaar aantal van 7800 inwoners;
- Het aantal WW-uitkeringen is eind 2020 2900 , tegen 2400 eind 2019. Het aantal WW-uitkeringen is overigens niet hetzelfde als het aantal mensen in de WW. Sommige WW-ontvangers krijgen vanuit meerdere afgelopen banen WW. Het aantal WW-ontvangers is doorgaans enkele 100-en lager dan het aantal WW-uitkeringen. Kijk voor meer informatie in het programma werk en inkomen (zie menu bovenaan).
Gebruik van gemeentelijke regelingen door inwoners
Onderstaande figuur geeft een beeld van regelingen in het sociaal domein die de gemeente uitvoert en het gebruik daarvan. Meest gebruikt zijn regelingen in het domein inkomen (16.850 cliënten), gevolgd door het domein zorg (15.500 cliënten). Op afstand volgen regelingen rond jeugd (6.250 cliënten) en werk (3.300 cliënten). De afzonderlijke cliënten per regeling tellen niet op tot het totaal aantal cliënten in ieder domein, omdat het per regeling kan gaan om deels dezelfde cliënten.
Figuur: Aantal cliënten per regeling sociaal domein
Bron: Sociaal Statistisch Bestand 2020 (regelingengebruik over 2020 en inwoner op 1-1-21)
Kijk voor meer informatie over cliëntgroepen en ontwikkelingen rond regelingen inkomen en werk in het programma werk en inkomen (zie menu bovenaan). Kijk voor meer informatie over cliënten en ontwikkelingen rond zorgregelingen voor volwassenen in het onderdeel wmo en stips, sociale wijkteams en regieteams (zie menu links) en voor jongeren in het onderdeel jeugdhulp (zie menu links). Kijk voor meer informatie over cliënten en ontwikkelingen rond regelingen rond onderwijs in het programma onderwijs (zie menu bovenaan).
Stapeling van gemeentelijke regelingen binnen huishoudens
70% van de (zelfstandige) huishoudens gebruikt géén sociale regelingen (net als in 2019), bij 30% is dat wel het geval. Binnen deze huishoudens is sprake van een sterke stapeling van regelingen. Onderstaande figuur laat zien dat 35% van alle cliëntrelaties met de gemeente te herleiden zijn tot 5% van de huishoudens, en 70% van alle regelingen tot 13% van de huishoudens.
Figuur: Typering huishouden naar klantrelaties met bijbehorend aandeel van totale klantrelaties
Bron: Sociaal Statistisch Bestand 2020 (regelingengebruik over 2020 en inwoner op 1-1-21)
Kwetsbare huishoudens worden gedefinieerd als huishoudens met 5 of meer klantrelaties. In 2020 gaat om 4,7%; tegen 3,7% in 2019. Gaat het in de afgelopen jaren steeds om dezelfde groep kwetsbare huishoudens (5+ klantrelaties) of is sprake van doorstroming? Analyse van de samenloop van sociale regelingen tussen 2016en 2019 laat zien dat ongeveer een derde van de van de inwoners die in 2016 in een kwetsbaar huishouden woonde, tot en met 2019 deel blijft uitmaken van een kwetsbaar huishouden. Voor twee derde van hen geldt dat zij in de jaren na 2016 geen deel meer uitmaken van een kwetsbaar huishouden; in het huishouden zijn geen of minder dan 5 klantrelaties. Daarbij hebben inwoners uit huishoudens waarin klantrelaties zijn in verschillende subdomeinen (inkomen, werk, zorg, jeugd), minder kans om uit kwetsbaarheid te stromen.
Figuur: Inwoners in kwetsbare huishoudens; ontwikkeling 2016, 2018, 2019
Bron: Sociaal Statistisch Bestand 2016, 2018, 2019
Kenmerken kwetsbare huishoudens
Kwetsbare huishoudens worden gedefinieerd als huishoudens met 5 of meer klantrelaties (4,7% in 2020). Het aantal klantrelaties hangt sterk samen met het type huishouden. Stellen maken het minst gebruik van regelingen (16%), tegen 56% van de eenoudergezinnen. Eenoudergezinnen vallen ook op als het gaat om het aandeel kwetsbare huishoudens; 16%, tegen 2 tot 5% bij andere typen huishoudens. Van de alleenstaanden maakt 36% gebruik van gemeentelijke regelingen, bij tweeoudergezinnen is dat 27%.
Figuur: Aantal klantrelaties naar type huishouden
Bron: Sociaal Statistisch Bestand 2020 (regelingengebruik over 2020 en inwoner op 1-1-21)
Ook zijn er grote verschillen naar afkomst. Van huishoudens die bestaan uit leden zonder migratieachtergrond, is 3% te typeren als kwetsbaar. Van de huishoudens die bestaan uit leden met een niet-westerse migratieachtergrond is dat 13% tot 20%, afhankelijk van het herkomstland. Van de huishoudens met een westerse migratieachtergrond behoort 5% tot de kwetsbare huishoudens.
Wat betreft spreiding over de stad volgt het gebruik van sociale regelingen het sociaal economisch profiel van de bevolking. Onderstaande kaart laat de verspreiding zien van kwetsbare huishoudens (5+ klantrelaties). In de gehele stad gaat het om 4,5%. In Meijhorst wonen relatief de meeste kwetsbare huishoudens (11%). Daarnaast vallen Nije Veld (8,5%), Hatert, Aldenhof en Zwanenveld (allen 8%) en Lankforst (7,5%) op. In het sociaal-economisch sterkere Nijmegen-Oost zijn juist veel wijken met een relatief laag aandeel kwetsbare huishoudens.
Figuur: Kwetsbare huishoudens (5+ klantrelaties) per wijk
Bron: Sociaal Statistisch Bestand 2020
Stapeling subdomeinen inkomen-zorg-werk-jeugd
Zo'n 14.650 huishoudens maken gebruik van regelingen binnen één van de domeinen inkomen, zorg, werk of jeugd. Daarnaast gebruiken 8.300 huishoudens regelingen in meerdere van deze domeinen. Voor 6.700 gaat het om twee domeinen. In de meeste gevallen (4.000 huishoudens) gaat het om een combinatie van inkomen en zorg. Dat ligt voor de hand omdat dit de meest gebruikte regelingen zijn. Daarnaast hebben 1.400 huishoudens regelingen in drie domeinen en 200 in alle (vier) domeinen. In totaal gaat het om 5.400 huishoudens met regelingen in zowel het inkomen- als zorgdomein.
Figuur: Aantal huishoudens met klantrelaties in één of meer subdomeinen
Bron: Sociaal Statistisch Bestand 2020 (regelingengebruik over 2020 en inwoner op 1-1-21)
Stapeling naar gemeentelijke regeling
Onderstaande figuur laat per regeling zien hoe vaak huishoudens daarnaast andere regelingen gebruiken. Er zijn grote verschillen; van de huishoudens waar jeugdhulp wordt gebruikt, maakt 56% géén gebruik van andere regelingen. Voor de oude Wmo is dat 55%, terwijl het bij de huishoudens met nieuwe Wmo om 19% gaat (van hen maakt 81% gebruik van één of meer andere regelingen). Ook huishoudens met een sociale werkvoorziening maken relatief weinig gebruik van andere regelingen (51% heeft één of meer andere regelingen). Voor alle regelingen in het inkomensdomein valt op dat veel gebruik wordt gemaakt van andere (inkomens)regelingen; 83% tot 96% van de huishoudens gebruikt één of meer andere regelingen. Tot slot vallen huishoudens in het regieteam en veiligheidshuis op. Deze huishoudens maken relatief vaak gebruik van 5 of meer andere regelingen (resp. 21% en 26%). Dat ligt voor de hand, omdat de regieteams en het veiligheidshuis vaak multiprobleemhuishoudens ondersteunen.
Figuur: Gebruik van (andere) regelingen naar regeling
Bron: Sociaal Statistisch Bestand 2020 (regelingengebruik over 2020 en inwoner op 1-1-21)