Stips, sociale wijkteams en regieteams
De sociale wijkteams zijn de spil van het Nijmeegse sociale beleid. Voor alle stadsdelen werken in totaal 10 sociale wijkteams, sinds in 2015 meer zorgtaken voor volwassenen (Wmo) en jongeren (jeugdhulp) van het Rijk bij gemeenten zijn belegd. De taak van de sociale wijkteams is om hulpvragen van inwoners te onderzoeken; kan het sociaal wijkteam hulp bieden, welke rol kan het netwerk van inwoners spelen en/of is doorverwijzing naar een zorgaanbieder nodig? In de praktijk zijn de sociale wijkteams vooral verwijzer naar zogenaamde maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo en jeugdhulp.
Daarom worden de sociale wijkteams doorontwikkeld. De teams voor Wmo en jeugdhulp worden gesplitst en de teams gaan meer zorg rechtstreeks leveren (zogenaamde beschikkingsvrije zorg). Met name begeleiding wordt beschikkingsvrij verzorgd, zowel binnen de Wmo als de jeugdhulp. Het doel is om de wachttijd te verkorten. Het vernieuwde jeugdteam start 1 juli 2021, het team voor volwassenen op 1 januari 2022.
Ieder wijkteamgebied heeft ook een “Stip”; steunpunten voor informatie en advies. Inwoners kunnen er terecht met vragen over wonen, inkomen, zorg, wijkactiviteiten en vrijwilligerswerk.
Naast de Stips en sociale wijkteams zijn er 8 regieteams; één voor ieder stadsdeel, waarbij het Centrum en Nijmegen-Oost een team delen. De regieteams richten zich op huishoudens met meervoudige problematiek (vaak in combinatie met overlast).
Stips; bekendheid, bezoek en waardering
Bekendheid met de Stips
Van de (meerderjarige) inwoners is 47% bekend met de Stips (steunpunt voor informatie en advies die in ieder stadsdeel zitten); 24% is er goed mee bekend, 23% heeft er wel eens van gehoord. 54% is volledig onbekend met de Stips. Dat blijkt uit de tweejaarlijkse burgerpeiling. Ten opzichte van 2017 zijn wat meer inwoners goed bekend met de Stips (+4 procentpunt) en is een fractie minder er volledig onbekend mee (-2 procentpunt). Van de inwoners die bekend zijn met de Stips, weet 60% ook waar deze is gevestigd.
Onderstaande figuur laag zien dat de bekendheid van het Stip per stadsdeel verschilt; in Nijmegen-Nieuw-West is de bekendheid het grootst (50% enigszins of volledig bekend), in het Centrum is de bekendheid het laagst (34% enigszins of volledig bekend).
Ook is gekeken hoe groot de bekendheid van de Stips is bij inwoners met enige kwetsbaarheid op het vlak van gezondheid, zelfredzaamheid, inkomen, het hebben van sociale contacten en de mate van geluk. Van de inwoners met een kwetsbaarheid op één, twee of drie of meer onderdelen is resp. 49%, 55% en 62% (enigszins) bekend met de Stips; wat groter dan onder inwoners zonder kwetsbaarheid op de genoemde onderdelen.
Figuur: Inwoners bekend met STIP naar stadsdeel
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen (2019)
Bezoeken aan de Stips
Het aantal bezoeken aan de Stips is de afgelopen jaren voortdurend gegroeid tot ruim 23.000 (registraties Stips, 2020). De Stips leggen niet vast om hoeveel unieke inwoners het gaat, maar bekend is dat veel bezoekers vaker komen. Enquêteresultaten schatten dat zo’n 12.000 Nijmegenaren de afgelopen twee jaar een Stip hebben bezocht.
Het aantal vragen aan de Stips groeide de afgelopen jaren tot bijna 28.000, waarvan bijna 2900 telefonisch of per mail via de Stiplijn werden gesteld. Consumentenzaken is de belangrijkste vraagcategorie (6550), gevolgd door vragen over inkomen (4550).
Bezoekersoordeel over de Stips
Van de inwoners die in de afgelopen jaren bij de Stips zijn geweest, is (68%) tevreden of zeer tevreden over het contact (Burgerpeiling, 2019). 8% is ontevreden, 24% oordeelt neutraal of heeft geen mening.
Een deel van de (ouders van) cliënten Wmo heeft rond hun hulpvraag contact met de Stips. Van hen geeft 69% aan (zeer) tevreden te zijn hierover, 6% is (zeer) ontevreden. 15% oordeelt neutraal, 10% heeft geen mening.
Sociale wijkteams; bekendheid, aanmeldingen en waardering
Bekendheid met de sociale wijkteams
Van de (meerderjarige) inwoners is 52% bekend met de sociale wijkteams; 23% is er goed mee bekend, 29% heeft er wel eens van gehoord. 48% is volledig onbekend met het sociaal wijkteam. Dat blijkt uit de tweejaarlijkse burgerpeiling. Ten opzichte van 2017 zijn wat meer inwoners goed bekend met de teams (+5 procentpunt) en zijn minder inwoners er volledig onbekend mee (-6 procentpunt). Onderstaande figuur laag zien dat de bekendheid van het sociaal wijkteam per stadsdeel verschilt; in het Centrum blijft de bekendheid wat achter (42% enigszins of volledig bekend).
Ook is gekeken hoe groot de bekendheid van de sociale wijkteams is bij inwoners met enige kwetsbaarheid op het vlak van gezondheid, zelfredzaamheid, inkomen, het hebben van sociale contacten en de mate van geluk. Opvallend is dat de bekendheid van de sociale wijkteams niet groter is onder deze inwoners. Van de inwoners met een kwetsbaarheid op één, twee of drie of meer onderdelen is resp. 46%, 45% en 51% (enigszins) bekend met de sociale wijkteams.
Figuur: Inwoners bekend met sociaal wijkteam naar stadsdeel
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen (2019)
Aanmeldingen sociale wijkteams; ontwikkeling en soorten
Sinds de start van de sociale wijkteams zijn ruim 52.000 aanmeldingen gedaan door ruim 23.900 personen. In 2020 ging het om bijna 10.000 aanmeldingen van ruim 7700 inwoners (van wie sommigen meerdere aanmeldingen deden). Sinds 2017 schommelt het aantal aanmeldingen rond de 10.000, in 2015 en 2016 lag dit veel lager met resp. 4300 en 7800. Wel ligt het aantal aanmeldingen in 2020 zo’n 200 lager dan in 2019 en 2018 omdat de coronacrisis de dienstverlening bemoeilijkte. Door de gedeeltelijke lockdown waren in april en mei 2020 veel minder aanmeldingen dan dezelfde periode in de voorgaande drie jaar. In juli, toen sprake was van minder coronamaatregelen, werden uitgestelde aanmeldingen ingelopen. Het aantal aanmeldingen was daarom in deze maand veel groter dan in dezelfde periode in voorgaande jaren.
Figuur: Aanmeldingen 2015-2020 per maand
Bron: Registraties sociale wijkteams (wiz-portaal)
Dukenburg en Oost zijn de stadsdelen met het grootste aantal aanmeldingen en (unieke) cliënten (zie onderstaande figuur). Als aandeel op de totale bevolking heeft Hatert de meeste cliënten (23%), gevolgd door Dukenburg (19%). Centrum (8%) en Noord (7%) hebben relatief het laagst cliëntaantal.
Figuur: Unieke cliënten 2015-2020 per sociaal wijkteam; absoluut en als aandeel van inwoneraantal
Bron: Registraties sociale wijkteams (wiz-portaal) en basisregistratie personen
De meeste meldingen (79%) bij de sociale wijkteams gaan Wmo-hulp; 50% voor huishoudelijke hulp, vervoervoorzieningen, woningaanpassingen en hulpmiddelen, 29% voor begeleiding en dagbesteding. Bij 13% van de aanmeldingen gaat het om jeugdhulp. Bij de overige aanmeldingen gaat het om combinaties van deze zorgsoorten of aanmeldingen voor begeleiding direct van het sociaal wijkteam (dit gebeurt in pilots in de teams Lindenholt en Zuid). De sociale wijkteams zijn daarmee belangrijke verwijzers, met name voor Wmo.
Wachttijd en cliëntoordeel
De wachttijd van aanmelding tot een gesprek met de sociale wijkteams was in 2020 6,8 weken (registraties sociale wijkteams, 2020). Daarmee is de wachttijd in 2020 verkort; in 2019 was de gemiddelde wachttijd 7,9 weken. De wachttijd was met 9,5 week het hoogst voor vragen over Wmo begeleiding en dagbesteding. Voor Wmo voor huishoudelijke hulp, vervoervoorzieningen, woningaanpassingen en hulpmiddelen was de wachttijd 5,8 weken, voor jeugdhulp 5,2.
Uit verschillende enquêteonderzoeken ontstaat een beeld van het cliëntoordeel over de sociale wijkteams. Allereerst doet de uitvoeringsinstantie van de sociale wijkteams (Sterker sociaal werk) klanttevredenheidsonderzoek. In 2020 beoordeelden cliënten hun contact met het sociaal wijkteam met een 7,5, in 2019 was dat een 7,6. Daarnaast heeft een deel van de cliënten Wmo en jeugdhulp rond hun hulpvraag contact met de sociale wijkteams. In de cliëntervaringsonderzoeken geeft resp. 74% en 57% aan (zeer) tevreden te zijn over dit contact.
Regieteams
In Nijmegen zijn 8 regieteams die meervoudige problematiek (vaak in combinatie met overlast) aanpakken binnen huishoudens. In deze multidisciplinaire teams werken onder andere gemeente, woningcorporaties, zorgaanbieders en de politie samen.
Over heel 2019 zijn 384 casussen aan bod geweest in de regieteams. In 2020 waren dat er 401. Onderstaande figuur laat de verdeling zien over de verschillende regieteams.
Voor iedere casus wordt geregistreerd van welke problematiek sprake is. Van de casussen in 2020 kwam problematiek rond geestelijke gezondheid het meest voor (55%). Daarnaast komen schulden (36%), een gebrekkig sociaal netwerk (34%) en woonoverlast (33%) veel voor.
Figuur: Cases in 2020 per gebiedsteam
Bron: Registratie regieteams (Vis2)