Programma's

Welzijn en Zorg

Gezondheid en leefstijl

Ruim drie kwart van de Nijmegenaren vindt in 2019 de eigen gezondheid goed of zeer goed. Dat is vergelijkbaar met het gemeentelijk onderzoek van 2017. Van de scholieren omschrijft 87% zichzelf als (zeer) gezond.  Positief dat het aandeel rokers voor het eerst afneemt. Onder jongeren zet de daling van het alcoholgebruik verder door. Overgewicht blijft een aandachtspunt. Van ouders met kinderen tussen de 0 en 12 jaar vindt 97% hun kind gezond of heel gezond, maar daaronder ligt een aantal serieuze aandachtspuntenrond welbevinden, voeding, overgewicht en (te weinig) bewegen.

Ruim drie kwart van de Nijmegenaren voelt zich gezond, ouderen en laagste welstandsklassen minst tevreden over gezondheid

Van de (volwassen) Nijmegenaren beoordeelt 77% de eigen gezondheid als goed of zeer goed, zo blijkt uit gemeentelijk onderzoek. De ervaren gezondheid is hiermee, na een lichte teruggang in 2013 en 2015, de afgelopen jaren stabiel. De meest recente gezondheidsmonitor van de GGD (2016) geeft een vergelijkbaar beeld; 77% van de (volwassen) inwoners (19+) is naar eigen zeggen (zeer) goed gezond. Aandachtspunt is een lichte stijging van het aandeel inwoners met een hoog risico op een angststoornis of depressie (van 6% naar 8%) die de gezondheidsmonitoren van de GGD laten zien (2012 – 2016).


Figuur: Ervaren gezondheid volwassenen, burgerpeiling O&S
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen

Welke inwoners voelen zich meer of minder gezond dan anderen? Onderstaande figuur op basis van de gemeentelijke burgerpeilingen laat zien dat de ervaren gezondheid terugloopt naarmate inwoners ouder worden; van de inwoners van 19 tot 34 jaar vindt 87% zich (zeer) gezond, onder 75-plussers is dat 52%.

De figuur laat ook zien dat welstandsklasse/SES (een combinatie van opleiding en inkomen) een rol speelt. Inwoners in de laagste welstandsklassen voelen zich minder gezond (42% tot 61% (zeer) gezond) dan Nijmegenaren in de hoogste welstandsklassen (85% tot 89% (zeer) gezond). Dat verschil bestaat ook in de jongere leeftijdsgroepen (tot 65 jaar).

Gekeken naar herkomst is te zien dat Nijmegenaren met een niet-westerse migratieachtergrond hun gezondheid lager beoordelen dan gemiddeld (69% gezond of zeer gezond). Inwoners met een westerse migratieachtergrond blijven in veel mindere mate achter (76% gezond of zeer gezond) op inwoners met een Nederlandse achtergrond (79% (zeer) gezond).

Geen van de onderscheiden groepen laat opvallende verschillen zien ten opzichte van 2017 als het gaat om hoe zij hun gezondheid beoordelen.

Figuur:  Percentage (zeer) gezond naar geslacht, leeftijd, sociaaleconomische status (SES), herkomst
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen (2019)

Tot slot verschillen de inwoners van verschillende stadsdelen in hoe gezond zij zich voelen (niet opgenomen in een figuur), wat een gevolg is van de bevolkingssamenstelling. Inwoners van Nijmegen-Oost en het stadscentrum beoordelen hun gezondheid het beste (resp. 83% en 84%). In Dukenburg ligt het aandeel (goed) gezonde inwoners fors lager (67%).

Nijmegenaren beoordelen hun geluk met een 7,6, grote verschillen naar sociaaleconomische status

In de burgerpeiling van 2019 is voor het eerst gevraagd hoe gelukkig inwoners zijn (uitgedrukt in een rapportcijfer). Nijmegenaren beoordelen hun geluk met een gemiddelde van 7,6. Onderstaande figuur geeft inzicht in groepsverschillen. Meest opvallend is dat inwoners minder gelukkig zijn naarmate zij een lagere welstandsklasse/SES (een combinatie van opleiding en inkomen) hebben: inwoners in de hoogste welstandsklasse (8,0) scoren aanmerkelijk hoger dan inwoners in de laagste welstandsklasse (7,0).

Figuur:  Rapportcijfer voor geluk naar geslacht, leeftijd, sociaaleconomische status (SES), herkomst
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen (2019)

Voor het eerst minder rokende volwassen Nijmegenaren

Roken levert in vergelijking met andere leefstijlfactoren de grootste schade op in de zin van de meeste verkorte levensjaren en gezondheidskosten. Waar het rookgedrag in Nijmegen voorheen stijgende was, neemt het tussen 2012 en 2016 wat af. In 2016 rookt 23% van de volwassen Nijmegenaren, tegen 26% in 2012, blijkt uit onderzoek van de GGD (nieuwe cijfers in 2020).


Figuur:  aandeel rokers naar geslacht, leeftijd, opleiding.
Bron: GGD-gezondheidsmonitor (2016)

De figuur laat zien dat inwoners jonger dan 65 jaar (24% tot 26%) en Nijmegenaren met een lagere of middelbare opleiding (25% tot 29%) vaker roken. De afname van roken is het sterkst bij mannen  (-5 procentpunten) en inwoners met een lagere opleiding (hoogstens een basisopleiding -7 procentpunten, hoogstens mavo/lbo -5 procentpunten).

Alcoholgebruik volwassenen onveranderd

Het aandeel Nijmegenaren dat overmatig alcohol drinkt volgens de oude norm van de GGD is de afgelopen jaren nagenoeg gelijk gebleven, volgens de nieuwe norm is het gedaald. Volgens de oude norm – meer dan 21 glazen per week voor mannen en meer dan 14 glazen per week voor vrouwen – drinkt 8% van de volwassen Nijmegenaren overmatig. Volgens de norm die geldt vanaf 2015 – meer dan 14 glazen per week voor mannen en meer dan 7 glazen per week voor vrouwen – drinkt 21% overmatig (was 29% in 2012).

Gekeken naar leeftijd vallen de groepen van 19 tot 34 (24%)en 50 tot 74 jaar (24% à 25%) op. Wat betreft opleiding drinken Nijmegenaren met een middelbare opleiding het meest (25%), inwoners die hoogstens basisonderwijs hebben het minst (10%). Dit is te zien in onderstaande figuur.


Figuur: aandeel overmatig drinkers (volgens nieuwe norm GGD) naar geslacht, leeftijd, opleiding
Bron: GGD-gezondheidsmonitor 2016

Aandeel Nijmegenaren met overgewicht onveranderd op 40%

Een aanzienlijk deel van de (volwassen) Nijmegenaren heeft overgewicht (op basis van zelfrapportage van lengte en gewicht); 39% (waaronder 10% ernstig; BMI van 30 of hoger). Dit is vergelijkbaar met 2012; toen ging het om 40%. Onderstaande figuur laat zien dat het vaker gaat om mannen (42%), inwoners die ten hoogste basisonderwijs of mavo hebben gevolgd (resp. 66% en 61%) en de leeftijdsgroepen tussen de 50 en 84 (53% tot 57%).

Figuur: Aandeel overgewicht naar geslacht, leeftijd, opleiding
Bron: GGD-gezondheidsmonitor (2016)

Hoe is het gesteld met leefstijlfactoren die met overgewicht samenhangen? Onderstaande figuur laat zien dat twee derde van de volwassen Nijmegenaren voldoende beweegt volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen[1]; even veel als in 2012. Opvallend is dat niet alleen 75-plussers achterblijven (59% tot 42%); ook 35 tot 49-jarigen bewegen minder dan gemiddeld (55%). Gekeken naar opleiding vallen de groepen die ten hoogste een mavo-diploma hebben op (61%) en met name inwoners met basisonderwijs als hoogste opleiding (41%).


Figuur: Aandeel dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen naar geslacht, leeftijd, opleiding
Bron: GGD-gezondheidsmonitor (2016)

Voor wat betreft gezonde voeding is gekeken naar het eten van voldoende groente en fruit. 75% van de volwassen Nijmegenaren eet 6 keer per week groente, voor fruit is dat 50%. Dat is meer dan in 2011; resp. 73% en 45%. Groepen die achterblijven (met name als het gaat om het eten van fruit) zijn mannen, inwoners met minder scholing en inwoners onder de 65 (zie onderstaande figuur).


Figuur: Eten van groente en fruit naar geslacht, leeftijd, opleiding
Bron: GGD-gezondheidsmonitor (2016)
[1] Ten minste vijf dagen per week 30 minuten matig intensief bewegen.

Gezondheid middelbare scholieren

Onderzoek door de GGD onder middelbare scholieren (laatste cijfers uit 2020, nieuwe cijfers in 2024) laat zien dat
85% zich goed gezond voelt. Van de jongeren voldoet 53% niet aan de norm gezond bewegen (minimaal 5 dagen per week minstens 1 uur). Dit aandeel schommelt sinds 2013 steeds rond de 50%. 15% heeft overgewicht, hoewel een wat groter aandeel jongeren zichzelf te zwaar vindt (21%, meisjes met 29% veel vaker dan jongens met 14%).

Van de scholieren zegt 85% meestal (zeer) gelukkig te zijn. Bij 12% is er sprake van een verhoogd risico op psychosociale problemen (11% in 2015). Ruim veertig procent (44%) voelt zich vaak gestrest en 47% ervaart vaak prestatiedruk. De meest genoemde aanleidingen voor stress zijn ‘school of huiswerk’ of ‘alles wat ik moet doen (school, huiswerk, sociale media, bijbaantje, sporten etc.)’. Minder vaak genoemde aanleidingen zijn ‘situatie thuis’ en ‘eigen problemen’. Jongeren, die vaak stress ervaren door thuis of eigen problemen, voelen zich veel minder gelukkig en minder gezond dan gemiddeld.

Enkele positieve trends zijn:

  • afname van alcoholgebruik (20% in de afgelopen 4 weken gedronken, tegen 57% in 2013);
  • afname van roken (94% rookt nooit, tegen 80% in 2013) en wietgebruik (6% in de laatste vier weken gebruikt, tegen 13% in 2013), hoewel het gebruik van e-sigaretten in opkomst is (door 11% vaker dan één keer geprobeerd);
  • afname van het risico op problematisch gamen (2%, tegen 5% in 2015);
  • afname van problematisch gebruik van sociale media (7%, tegen 10% in 2015)

Gezondheid kinderen 0 tot 12 jaar

De kindermonitor, uitgevoerd door de GGD, geeft een beeld van de gezondheid van kinderen van 0 tot 12 jaar. De meest recente kindermonitor is uit 2017. 97% van de ouders vindt de gezondheid van hun kinderen goed of zeer goed. Hierbij zijn er geen echte verschillen tussen de leeftijd en sociaal economische positie (SES) van de ouders. Wel zijn kinderen van ouders met een lage SES vaker ziek thuis gebleven van school en vaker bij de huisarts geweest.7% van de kinderen heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen, 10% zit in het grensgebied. De andere 83% heeft geen verhoogd risico.

Opmerkelijk zijn de verschillen in de waarneming van overgewicht tussen (de mening van) ouders en de (metingen van de ) Jeugdgezondheidszorg (JGZ), waarbij Jeugdgezondheidszorg meer overgewicht waarneemt dan ouders rapporteren. Bij de 4- tot 12-jarigen is er volgens de JGZ bij 16% sprake van overgewicht, volgens de ouders bij nog geen 7%. Bij de 0- tot 4-jarigen is er ook een aanmerkelijk verschil, resp. 8% en 3%.

Positieve ontwikkelingen zijn:

  • een lichte afname van de groep met een verhoogd risico op psychosociale problemen (9% in 2013 , 7% in 2017);
  • ouders zijn strenger op toekomstig alcoholgebruik;
  • meer kinderen hebben een gezonde start (moeder rookte niet en dronk geen alcohol tijdens de zwangerschap);
  • thuis wordt er minder gerookt waar het kind bij is;
  • Nijmeegse kinderen eten relatief veel groente en fruit;
  • meer ouders geven aan dat ze de buurt kindvriendelijk vinden (82%, tegen 80% in 2013 en 76% in 2009) .

Negatieve ontwikkelingen zijn:

  • meer kinderen hebben last van een ingrijpende gebeurtenis in hun leven;
  • minder ouders vinden hun kind meestal weerbaar (67% in 2013 naar 59% in 2017);
  • minder ouders krijgen hulp van familie/bekenden bij het opvoeden van de kinderen (73% soms tot vaak in 2013 tegen 64% in 2017).

Aandachtspunten zijn verder:

  • 9% van de kinderen beweegt weinig (is matig actief of inactief);
  •  (faal)angst en onzekerheid zijn belangrijke punten van zorg van ouders met een kind op de basisschool.
Deze pagina is gebouwd op 04/19/2021 22:14:42 met de export van 04/19/2021 21:59:41