Programma's

Werk en Inkomen

Bijstandsuitkeringen

Na een paar jaar van daling van het aantal bijstandsuitkeringen zorgde de start van de corona-crisis in het voorjaar van 2020 voor een trendbreuk: het aantal mensen in de bijstand stijgt weer.
Vergeleken met Nederland als geheel zijn er in Nijmegen relatief veel mensen met een bijstanduitkering. Onder hen veel alleenstaanden (70%), maar ook 1- en 2-oudergezinnen. In totaal wonen 2800 Nijmeegse kinderen in een uitkeringsgezin.

Veel manieren om aantal bijstandsuitkeringen te tellen

Het op het eerste gezicht misschien simpele gegeven van het aantal bijstandsuitkeringen kan op veel manieren bepaald worden:

  • Tel je alleen uitkeringen P-wet, of reken je ook aanverwante uitkeringen als IOAW, IOAZ en BBZ mee?
  • Tel je uitkeringen aan dak- en thuislozen of bewoners van instellingen mee?
  • Kijk je naar het aantal uitkeringen op een bepaald moment, of over een bepaalde periode, breng je achteraf correcties aan?
  • Tel je alleen uitkeringen tot de AOW-leeftijd of ook uitkeringen aan ouderen?
  • Tel je het aantal uitkeringen, of het aantal volwassenen dat van een uitkering afhankelijk is?
  • Daarnaast spelen nog allerlei administratieve keuzes (bv kijk je naar datum van registratie, of naar datum van geldigheid van de uitkering)

In verschillende statistieken en publicaties worden verschillende definities gehanteerd.
Voor Nijmegen geldt dat op 1 januari 2021 er volgens een smalle definitie (alleen P-wet tot AOW-leeftijd, zonder bewoners van instellingen en mensen zonder vast adres) zo’n 6600 bijstandsuitkeringen werden verstrekt. Volgens een bredere definitie (incl. IOAW/IOAZ, incl. bewoners instellingen en adreslozen) zijn dat er 7400. Bij deze 7400 uitkeringen/huishoudens zijn ongeveer 8300 volwassenen betrokken.

Figuur: Samenstelling bestand bijstandsuitkeringen tot AOW-leeftijd, 1-1-2021. Bron afdeling Inkomen, gemeente Nijmegen.

In Nijmegen meer bijstandsuitkeringen dan landelijk gemiddeld

In Nijmegen ligt het percentage bijstandsuitkeringen  ruim boven het landelijk gemiddelde. Dit is in bijna alle grotere steden het geval. Vergeleken met de andere Nederlandse kennissteden is het Nijmeegse cijfer licht bovengemiddeld: er zijn er 3 waar het percentage nog hoger is dan in Nijmegen, en 4 die gunstiger scoren.

Figuur: Aantal bijstandsuitkeringen (algemene bijstand tot AOW, zonder IOAW en instellingbewoners/dak- en thuislozen) als % bevolking 20-65. Bron: CBS, jan 2020.

Aantal bijstandsuitkeringen stijgt in corona-tijd

Na een lange periode van stijgende bijstandscijfers, tot halverwege 2017, nam het aantal mensen met een bijstandsuitkering de laatste jaren weer af, tot een laagste niveau van net boven de 7000 begin 2020. Bij de start van de coronacrisis maakte het aantal uitkeringen een sprongetje. Begin 2021 bedraagt het aantal uitkeringen, incl. IOAW en tehuizen/instellingen ongeveer 7400.

Figuur: aantal bijstandsuitkeringen (Pwet, IOAW, IOAZ) aan eind van de maand in Nijmegen, bron: afd. Inkomen/BUIG-benchmark.

Ook in de meeste andere Nederlandse steden is er sprake van een vergelijkbaar patroon. Aan de BUIG-benchmark nemen 4 van de kennissteden deel (Arnhem, Groningen, Enschede en Eindhoven). In onderstaande figuur wordt de ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen in die 4 steden vergeleken met die in Nijmegen.
Hoewel de trend overeenkomt is de stijging van het aantal bijstandsuitkeringen in 2020 in Nijmegen wel hoger (4%) dan in de 4 andere kennissteden (2%)

Figuur: ontwikkeling bijstandsuitkeringen (Pwet, IOAW, IOAZ) Nijmegen en 4 kennissteden, bron: BUIG-benchmark.

Voor heel Nederland laten de CBS-cijfers voor 2020 een stijging zien van het aantal bijstandsuitkeringen van ongeveer 3%.

In- en uitstroom in de bijstand

In de jaren 2017-2019 was het aantal instromers in de bijstand kleiner dan het aantal uitstromers: de omvang van het bestand daalde dus. Deze gunstige situatie sloeg in 2020 om. Sinds de start van de coronacrisis in maart 2020 is het aantal nieuwe mensen in de bijstand groter dan het aantal dat de bijstand verlaat.

Figuur: In- en uitstroom bijstandsuitkeringen per jaar. Bron: afdeling Inkomen/dashboard Sociaal Domein.

Als je nauwkeuriger naar de veranderingen in de in- en uitstroom van de laatste 2 jaar kijkt zie je de volgende ontwikkelingen en patronen:

  • vanaf maart 2020 ligt de maandelijkse instroom in de bijstand op een veel hoger niveau dan in de vergelijkbare maanden in 2019
  • vooral in maart-mei 2020 is de instroom erg hoog
  • deze toename is vooral toe te schrijven aan een hogere instroom van jongeren (tot 23 en 23-27 jaar oud)
  • de uitstroom halveert in de maanden april-juni 2020
  • daarna herstelt de uitstroom zich.
  • in de maanden juli-oktober is het aandeel van jongeren in de uitstroom hoog. Deels is dit een elk jaar voorkomend patroon (o.a. vanwege uitstroom van jongeren die in die periode aan een opleiding beginnen).

Figuur: Instroom in bijstand (Pwet en IOAW/Z) per maand, dashboard Sociaal Domein

Figuur: Uitstroom uit bijstand (Pwet en IOAW/Z) per maand, dashboard Sociaal Domein

Het beëindigen van een uitkering kan verschillende redenen hebben.

  • De belangrijkste reden is het vinden van werk. In 2020 kwam dit duidelijk minder voor dan in 2019 (41% versus 46%).
  • Ook verhuizing, naar een andere gemeente in Nederland of naar het buitenland, is een belangrijk reden voor het stopzetten van een uitkering (rond 15%).
  • Zo'n 10% van de beëindigingen is omdat de betrokkene geen inlichtingen meer geeft of niet verschijnt op afspraken.
  • Doorstroom naar AOW of studiefinanciering zijn in 2020 sterker aanwezige uitstroomredenen dan in 2019, samen goed voor ongeveer 20% van de uitstroom.

Figuur: Uitstroomredenen bijstand, dashboard Sociaal Domein

Een grote vaste kern

Op 1 januari 2021 werden er in Nijmegen zo'n 7400 bijstandsuitkeringen verstrekt. Een deel van die uitkeringen gaat naar een grote, vaste kern: bijna de helft van de uitkeringen loopt al langer dan 5 jaar, twee derde
 langer dan 3 jaar.

Figuur: Bijstandsuitkeringen naar duur uitkering, stand 1-1-2021. Bron: klantbeeld afdeling Inkomen.

Vanzelfsprekend neemt het aandeel mensen dat al lang in de bijstand zit toe met het stijgen van de leeftijd: van de 55+ers met een bijstandsuitkering bestaat die situatie in ongeveer 70% van de gevallen al langer dan 5 jaar.

Jonge mannen, oudere vrouwen en 1-oudergezinnen

Als je kijkt naar de huishoudensvormen onder de cliënten van de P-wet/bijstandsuitkering dan vallen een aantal zaken op:

  • Alleenstaande moeders hebben een groot aandeel in de uitkeringsontvangers: 14%, meer dan 1000 huishoudens.
  • Bij de alleenstaande tot 34 jaar, in totaal zo'n 1500 uitkeringen, gaat het veel vaker om mannen (twee derde van de alleenstaande jongeren) dan om vrouwen. De stijging van het aantal mensen in de bijstand in 2020 heeft zich, net als de daling in de jaren daarvoor, vooral in deze leeftijdsgroep voorgedaan.
  • Bij de oudere alleenstaanden is de groep vrouwen juist duidelijk groter (ongeveer 1100) dan de groep mannen (ruim 800)
  • 2-oudergezinnen en 2-persoonshuishoudens vormen een minderheid onder de uitkeringsontvangers.

Figuur: Huishoudenssamenstelling cliënten met bijstandsuitkering, 1-1-2021. Bron: klantbeeld afdeling Inkomen.

Kinderen in uitkeringsgezinnen

Ongeveer 1500 (1- en 2-ouder) gezinnen ontvangen een bijstandsuitkering. Tot deze gezinnen horen rond de 2800 minderjarige kinderen. Dit betekent dat bijna 10% van de Nijmeegse kinderen in een uitkeringsgezin leeft. Dit is een stuk hoger dan in Nederland als geheel, waar 6% van de kinderen in een uitkeringsgezin woont. Vergeleken met de kennissteden is het percentage gemiddeld.

Figuur: Aandeel minderjarige kinderen dat in bijstandsgezin woont, op 31-12. Bron: Kinderen in tel/CBS maatwerk.

Huishoudens met bijstand of inkomensondersteuning maken vaak ook gebruik van regelingen op andere gebieden

In het Sociaal Statistisch Bestand 2020 is het gebruik van 18 (gemeentelijke) regelingen op het gebied van inkomen, werk, zorg of jeugd per huishouden geïnventariseerd.
Van de zelfstandig wonende huishoudens in Nijmegen maakt 17% gebruik van een of meer gemeentelijke inkomensregelingen (bijzondere bijstand, kwijtschelding, etc.) en/of heeft een bijstandsuitkering. Deze huishoudens zijn ook veel meer dan gemiddeld te vinden in regelingen op de terreinen zorg (WMO), werk (re-integratietrajecten) of jeugd (leerplicht, VSV, etc.).

Figuur: Welk deel van huishoudens is bekend in regelingen rond jeugd, werk of zorg. Bron: SSB 2020.

  • Meer dan 40% van de huishoudens in inkomensregelingen maakt ook gebruik van zorg, tegenover 16% gemiddeld voor alle huishoudens.
  • Ongeveer 15% is te vinden in regelingen rond werk, bij een gemiddelde van minder dan 5%.
  • Ook het aandeel in jeugdregelingen  (ongeveer 11%) is hoger dan gemiddeld voor alle huishoudens (6%).
Deze pagina is gebouwd op 04/19/2021 22:14:42 met de export van 04/19/2021 21:59:41