Programma's

Economie en Toerisme

Markt voor bedrijfsruimte

De markten voor bedrijfsmatig onroerend goed zijn tijdens de recessiejaren en enkele jaren daarna over het algemeen zeer ruim. Bedrijfsruimtemarkt normaliseert sinds 2010 echter flink tot krapte in de laatste jaren. De bedrijventerreinenmarkt bleef daarbij achter en liet nog lang weinig vraag zien. Na 2015 is de vraag stabiel op 5-6 ha per jaar. Binnen de kantorenmarkt was de vraag lang constant op een bescheiden niveau, maar het aanbod aan kantoorruimte nam desondanks af, geholpen door een trend tot transformatie naar andere functies van oudere kantoren op geschikte locaties. Geholpen door de goede conjunctuur loopt vanaf 2015 de vraag naar kantoorruimten flink op. Bij het sterk geslonken aanbod is inmiddels krapte ontstaan aan kantoren in vooral de centralere delen van de stad. In 2020 neemt de vraag af en wordt de krapte op de kantorenmarkt minder.
De winkelmarkt wordt gevolgd via de leegstand. Deze bereikt in 2015 het hoogste niveau, zowel in het centrum als in Nijmegen als geheel. Daarna neemt de leegstand af. Het leegstandspercentage (zuivere detailhandelsleegstand in oppervlak, cf. Locatus) van Nijmegen als geheel ligt in maart 2021 op 6%. In het winkelgebied Centrum-Nijmegen was de leegstand op dat moment 6,8% tegen 14,6% gemiddeld in de binnensteden/hoofdwinkelgebieden van de vergelijkingssteden. In de corona-crisis "doen" supermarktcentra in de woongebieden het veel beter dan de binnenstad die zucht onder de lockdowns.

Kantorenmarkt minder krap. Bedrijfsruimte/-terrein in trek. Winkelmarkt blijft ruim.

De Nijmeegse bedrijfsruimte en kantorenmarkt zijn een spiegel van de conjunctuur en de investeringsbereidheid. We begonnen rond 2000 in een zeer krappe situatie. Daarna slaat het beeld compleet om naar zeer ruime markten rond 2005. Daarna wordt er nog weinig kantoornieuwbouw toegevoegd. Bij een bescheiden vraag normaliseert de kantorenmarkt naar een aanbod dat rond drie maal de gemiddelde vraag is. In 2014 en 2015 neemt het aanbod weer toe bij een ongeveer stabiele vraag. Na 2015 daalt het aanbod omdat een deel  wordt omgezet naar andere functies (bijvoorbeeld wonen, sloop en studentenhuisvesting). De vraag naar kantoorruimte is aanvankelijk constant op een vrij laag niveau. De Nijmeegse kantorenmarkt is in vergelijking tot andere steden dan wel behoorlijk gezond te noemen. In de topjaren 2017 tot 2019 neemt de vraag weer toe. Geplaatst tegenover het krimpende aanbod is er weer sprake van een tamelijk krappe markt, waar het aanbod in 2019 weer 1,5 x de recente jaaropname beloopt. Met name in de centrale delen van de stad is het aanbod vrijwel opgedroogd en zijn vestigingsmogelijheden schaars. Deze krapte breidt zich in 2019/2020 ook uit naar minder centrale delen van de stad. In 2020 vindt er een correctie plaats: de vraag loopt met 7.000 m2terug tot 22.000 m2en het aanbod verdubbelt, waardoor de markt minder extreem krap is dan een jaar eerder.

Bij bedrijfsruimten verruimt de markt zeer sterk rond 2006. Het aanbod loopt op tot zes maal de gangbare marktvraag. Daarna normaliseert het aanbod enigszins. Tussen 2008 en 2010 piekt het aanbod weer bij een vrij stabiele vraag. Het aanbod van maar liefst 320.000 m2 is dan vier maal zo groot als de gemiddelde vraag in de vijf jaar daarvoor. Door goede opnamecijfers maar mogelijk  ook door sloop, normaliseert de markt na 2010 flink. Vanaf 2016 kleurt Park15 af en toe de opnamecijfers met enkele zeer grote marktopnames in 2016 en 2019. In 2019 is het aanbod afgezet tegen de forse vraag in 2015-2019 klein. Er is inmiddels een krappe markt ontstaan.  

Figuur Ontwikkeling van vraag en aanbod naar vastgoedcategorie: bedrijventerreinenaanbod betreft terstond uitgeefbaar aanbod (gereed om een bouwvergunning te verlenen) in Nijmegen en heel Bijsterhuizen; bedrijfsruimte betreft de regio Zuidwaal, vanaf 2016 Nijmegen, Beuningen en Wijchen en Park 15 (Overbetuwe)

Wellicht mede door de concurrentie van aanbod aan bestaande bedrijfsruimten en eerder uitgegeven terreinen, zien we in de bedrijventerreinenmarkt tot aan 2015 nog geen vraagherstel optreden. In 2016 is dat wel het geval. Er is in de laatste vijf jaar sprake van een opmerkelijk stabiele afzet van 5-6 ha per jaar gemiddeld.
Door het beschikbaar maken van nieuw terstond uitgeefbaar terrein treden aanbodpieken op. Daarna moet dat aanbod worden opgenomen door de markt. Dat laatste gaat in 2007 en 2008 erg hard, waardoor de markt snel verkrapt. Op dat moment viel een hoogconjunctuurperiode samen met een ruime beschikbaarheid aan vrij indeelbaar bedrijventerrein en konden enkele zeer grote uitgiften worden gerealiseerd.
Na 2009 zwakt de vraag flink af en ontstaat in combinatie met het aan de markt komen van nieuw aanbod, een veel ruimere markt. Bij de zeer zwakke vraag blijft die ruime markt lang in stand, tot het weer aantrekken van de vraag in 2016. Daarna neemt het terstond uitgeefbaar terreinaanbod geleidelijk af tot 24 ha. begin 2021.  

De winkelmarkt wordt gevolgd via de leegstand. Na 2011 loopt de leegstand duidelijk op, zowel centraal als decentraal. Daarbij doet zich de leegstand vooral voor in de winkelgebieden gericht op niet-dagelijkse aankopen en veel minder in de buurt- en wijkwinkelcentra gericht op foodaankopen. Die laatste bestedingen zijn ook in de recessie doorgegroeid en de concurrentie van internet is in de foodsector veel minder sterk. De binnenstad heeft sinds 2006 ca. 20 à 25% van de winkels en het winkelvloeroppervlak verloren aan andere functies en is geleidelijk veranderd van hoofdzakelijk aankoopplaats naar meer een ontmoetingsplaats.
Ook in de corona-periode is de gang van zaken in de food veel gunstiger dan in de non-food.  En daarmee is het perspectief van de "supermarktcentra" in de woongebieden veel rooskleuriger dan dat van de binnenstad. Het leegstandspercentage (zuivere detailhandelsleegstand in oppervlak, cf. Locatus) van Nijmegen als geheel ligt in maart 2021 op 6%. In het winkelgebied Centrum-Nijmegen was de leegstand op dat moment 6,8% tegen 14,6 % gemiddeld in de binnensteden/hoofdwinkelgebieden van de vergelijkingssteden. Overigens fluctueren de leegstandscijfers van binnensteden sterk en wordt de stedenvergelijking beïnvloed door verschillen in de ombouw en hergebruik van oude Hudsons Bay- of V&D-panden.

Deze pagina is gebouwd op 04/19/2021 22:14:42 met de export van 04/19/2021 21:59:41