Inzet voor anderen
Ruim de helft zet zich in vrije tijd in voor anderen en de samenleving
Bij hulp en ondersteuning bieden aan personen en organisaties spelen bewoners een belangrijke rol. In de Burgerpeiling vragen we naar de vrijwillige inzet van Nijmegenaren voor anderen en de samenleving. In de periode 2013-2019 zien we weinig veranderingen met betrekking tot die inzet.
Figuur: Vrijwillige inzet van Nijmegenaren voor anderen en de samenleving. Bron: Burgerpeiling.
- 14% van de Nijmegenaren geeft dagelijks of wekelijks mantelzorg;
- 19% geeft maandelijks of vaker hulp aan personen buiten het eigen huishouden (oppassen op kinderen; hulp vanwege problemen; hulp bij de administratie of praktische zaken);
- 26% zet zich maandelijks of vaker in als vrijwilliger voor een organisatie;
- 23% zet zich op minstens een van de volgende manieren in voor de buurt: organiseren feesten/activiteiten, schoonhouden van buurt, groenonderhoud in buurt en buurtproblemen/verbeterpunten onder de aandacht brengen (als we ook de hulp aan buurtbewoners en de vrijwillige inzet voor buurtorganisaties meerekenen komen we op 29%).
Voor alle vormen van vrijwillige inzet voor de samenleving tezamen is een stapelingsscore gemaakt. Daarbij is de frequentie ‘minder dan eenmaal per maand’ niet meegeteld. Het resultaat is dat in 2019 54% van de Nijmegenaren zich op minstens één veld inzet. Dit percentage is sinds 2013 weinig veranderd.
Verschillen tussen stadsdelen voor verbondenheid met buurt
De score voor de sociale kwaliteit in de buurt op basis van de Burgerpeiling laat zien in hoeverre Nijmegenaren zich verbonden voelen met hun buurt en buurtgenoten. De gemiddelde score ligt in 2019 op 5,8 en is daarmee gelijk aan 2015 en 2017. Wel zijn er aanzienlijke verschillen tussen de stadsdelen. In Nijmegen-Noord (6,6) is de score het hoogst, gevolgd door Nijmegen-Oost (6,3) en Nijmegen-Midden (6,0). Nijmegen-Centrum scoort het laagst (5,0) en ook in Lindenholt (5,3) en Dukenburg (5,5) scoren beneden het gemiddelde.
In de Burgerpeiling is aan Nijmegenaren gevraagd of ze vinden dat bewoners met en bewoners zonder migratieachtergrond in de buurt goed met elkaar samenleven. Deze vraag is niet voorgelegd aan Nijmegenaren die aangeven dat in hun buurt weinig mensen met een migrantenachtergrond wonen. Bijna de helft (47%) heeft gekozen voor ‘goed’ en 10% voor ‘slecht’ (31% ‘niet goed, niet slecht’ en 12% ‘weet niet’). In de volgende wijken is relatief weinig voor ‘goed’ (31-44%) en relatief veel voor ‘slecht’ (11-22%) gekozen: Wolfskuil, Neerbosch-Oost, Heseveld, Grootstal, Meijhorst en Malvert.