Gezondheid en welzijn
Onderzoek naar gezondheid en leefstijl
De GGD verricht vierjaarlijks onderzoek naar de gezondheid en leefstijl van kinderen, middelbare scholieren en volwassenen. De laatste metingen over de Nijmeegse jeugd zijn in 2017 (Kindermonitor) en 2019 (Gezondheidsmonitor Jeugd) verricht. De laatste meting onder de Nijmeegse volwassenen vond in 2020 plaats. De uitkomsten van die meting zullen in de loop van 2021 gepubliceerd worden. Verder zijn in de tweejaarlijkse Burgerpeiling (onderzoek onder bewoners vanaf 16 jaar) vragen over gezondheid en welzijn opgenomen (laatste meting in 2019). In dit gedeelte van de Stads- en Wijkmonitor is op basis van deze onderzoeken een samenvattend beeld geschetst van de gezondheid en het welzijn van Nijmegenaren.
Veel kinderen goed gezond, maar ook diverse aandachtspunten
Monitoronderzoek over Nijmeegse kinderen tot 12 jaar (Kindermonitor, laatste meting in 2017) laat zien dat 97% van de ouders de gezondheid van hun kind als goed bestempelt en dat 59% hun kind meestal weerbaar vindt. Bij 7% van de kinderen is er een verhoogd risico op psychosociale problemen, bij 83% is dat niet het geval; de overige 10% zit in het grensgebied.
Positieve ontwikkelingen t.o.v. 2013 zijn:
- een lichte afname van de groep met een verhoogd risico op psychosociale problemen;
- ouders zijn strenger op toekomstig alcoholgebruik;
- meer kinderen hebben een gezonde start (moeder rookte niet en dronk geen alcohol tijdens de zwangerschap);
- thuis wordt er minder gerookt waar het kind bij is;
- meer ouders geven aan dat ze de buurt kindvriendelijk vinden.
Negatieve ontwikkelingen t.o.v. 2013 zijn:
- meer kinderen hebben last van een ingrijpende gebeurtenis in hun leven;
- minder ouders vinden hun kind meestal weerbaar;
- minder ouders krijgen hulp van familie/bekenden bij het opvoeden van de kinderen.
Aandachtspunten zijn verder:
- 9% van de kinderen beweegt weinig (is matig actief of inactief);
- bij 16% van de 4- tot 12-jarigen is sprake van overgewicht (volgens de JGZ);
- (faal)angst en onzekerheid zijn belangrijke punten van zorg van ouders met een kind op de basisschool.
Meeste jongeren gezond en gelukkig, maar ook aandachtspunten
Monitoronderzoek onder middelbare scholieren (Gezondheidsmonitor Jeugd, 2019) laat zien dat 85% zich goed gezond voelt en eveneens 85% zich meestal gelukkig voelt.
Ruim driekwart van de jongeren sport wekelijks bij een vereniging of sportschool. Het aandeel dat wekelijks ongeorganiseerd sport (buiten een vereniging of sportschool om), is afgenomen van 76% in 2015 naar 66% in 2019. Circa de helft voldoet niet aan de norm gezond bewegen (minimaal 5 dagen per week minstens 1 uur).
Bij 12% van de middelbare scholieren is er sprake van een verhoogd risico op psychosociale problemen (11% in 2015). Ruim veertig procent (44%) voelt zich vaak gestrest en 47% ervaart vaak prestatiedruk. De meest genoemde aanleidingen voor stress zijn ‘school of huiswerk’ of ‘alles wat ik moet doen (school, huiswerk, sociale media, bijbaantje, sporten etc.)’. Minder vaak genoemde aanleidingen zijn ‘situatie thuis’ en ‘eigen problemen’. Jongeren, die vaak stress ervaren door thuis of eigen problemen, voelen zich veel minder gelukkig en minder gezond dan gemiddeld.
Enkele positieve trends zijn:
- een afname van alcoholgebruik en roken (wel een toename van het gebruik van e-sigaretten);
- aan afname van het risico op problematisch gamen en op problematisch gebruik van sociale media;
- een lichte afname van het aandeel dat zichzelf te zwaar vindt.
In 2019 stond jongerenoverlast voor het eerst sinds jaren niet in de top 10 van belangrijkste aan te pakken buurtproblemen volgens Nijmegenaren. Daarna droeg de coronacrisis bij aan een forse groei van het aantal geregistreerde gevallen van jeugdoverlast (in 2020 77% hoger dan in 2019).
Het aantal verwijzingen van 12-17-jarigen naar bureau Halt nam na een jarenlange daling in 2019 weer wat toe (100 per 10.000 12-17-jarigen), maar is wel een stuk lager dan gemiddeld in de benchmarksteden (165 per 10.000 12-17-jarigen). Het percentage Nijmeegse jongeren (12 t/m 21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen, is in de jaren 2015 t/m 2019 stabiel en gelijk aan het gemiddelde voor de benchmarksteden (1% in 2019). En dat geldt ook voor het percentage 12-22-jarigen met een jeugdreclasseringsmaatregel, om te voorkomen dat ze opnieuw de fout ingaan (0,5% in 2019).
Het percentage voortijdige schoolverlaters (stoppen met school zonder startkwalificatie; een startkwalificatie betekent minimaal een opleiding havo/vwo of mbo2-niveau) is de laatste schooljaren gedaald tot 2,1% in 2019/2020 (225 scholieren). Dat is iets lager dan gemiddeld in de benchmarksteden.
Ruim driekwart van de volwassenen voelt zich goed gezond
In vergelijking met 2017 geeft in 2019 een even hoog percentage volwassen Nijmegenaren aan zich goed tot zeer goed gezond te voelen (77%). Een ruime meerderheid (88%) geeft een rapportcijfer 7 of hoger voor hoe gelukkig men zich voelt (gemiddeld rapportcijfer: 7,6). Cijfers van de GGD uit 2012 en 2016 laten een afname van het roken en een toename van het eten van groente en fruit zien. Voor alcoholgebruik en overgewicht is het beeld stabiel. Een negatieve ontwikkeling is de lichte stijging van het aandeel volwassen Nijmegenaren met een hoog risico op een angststoornis of depressie (van 6% naar 8%).
Het percentage dat aan sport doet (79% in 2019) is gelijk gebleven, na een periode van stijging tot 2017. Het aandeel dat te weinig sport en beweegt is het hoogst bij de 75-plussers en de 45-54-jarigen. De Gezondheidsmonitor 2016 (GGD, RIVM en CBS) laat zien dat in Nijmegen meer volwassenen wekelijks sporten (60%) dan gemiddeld in de benchmarksteden (55%). Ook voldoet een relatief groot deel van de volwassen Nijmegenaren aan de beweegrichtlijnen (59% versus gemiddeld ruim 55% in de benchmarksteden). Het gaat om minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning doen, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen. En om minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten doen. Verder is in Nijmegen het aandeel volwassenen met overgewicht (39%) lager dan gemiddeld in de benchmarksteden (43%), maar nog wel aanzienlijk; 10% heeft ernstig overgewicht en 29% matig overgewicht.
In 2019 geeft ruim negentig procent van de Nijmegenaren aan goed voor zichzelf te kunnen zorgen. Dat is vergelijkbaar met het beeld voor de jaren daarvoor. Onder de 75-plussers is dit percentage lager (72%). En dat geldt ook voor de Nijmegenaren met een niet-westerse migrantenachtergrond (83%) en personen met een lagere sociaaleconomische status (82%).
Toename eenzaamheid
Onderzoek van de GGD (Gezondheidsmonitor 2016) laat een groei zien van het percentage volwassenen dat (zeer) ernstig eenzaam is, van 7% in 2012 naar 12% in 2016. In de leeftijdscategorieën 35-49 en 50-64 jaar is het aandeel ernstig eenzamen het hoogst (circa 15%). Bij de 65-plussers gaat het om 12%. Ten opzichte van 2012 geven in 2016 meer volwassenen aan vaak het gevoel te hebben buiten de samenleving te staan (gestegen van 3% in 2012 naar 7% in 2016; komt meer voor bij laag en middelbaar opgeleiden). Deze stijging geldt voor alle leeftijdscategorieën, behalve de 65-74-jarigen. Ook is het aandeel waarbij sociale uitsluiting speelt, licht toegenomen (van 5 naar 7%).
Hierbij aansluitend zien we in de Burgerpeiling een stijgende trend voor het aantal Nijmegenaren dat aangeeft te weinig contacten met andere mensen te hebben (van 6% in 2013 naar 12% in 2019). Bij de Nijmegenaren met een niet-westerse migrantenachtergrond is dit aandeel hoger (28%; was 11% in 2013).
Veel meldingen over verwarde personen
In de periode 2013-2016 nam het aantal meldingen bij de politie van overlast door verwarde personen flink toe, van ruim 700 in 2013 naar bijna 1.300 in 2016. In 2018 en 2019 lag het aantal op circa 1.200. In 2020 zien we een forse toename tot ruim 1.600 meldingen. Achter de meldingen gaan verschillende soorten problematiek schuil (onder meer psychische stoornissen, dementie, relatieproblemen en verstandelijke beperkingen). Mogelijk speelt de coronacrisis een rol bij de forse toename in 2020.
Verschillen naar sociaaleconomische status
Gegevens uit de Burgerpeiling laten zien dat personen met een lagere sociaaleconomische status zich minder vaak goed gezond en zelfredzaam voelen, een lager rapportcijfer geven voor hoe gelukkig men zich voelt en vaker afhankelijk zijn van mantelzorg. En ook de sport- en cultuurdeelname is lager. Voor de mate waarin men zich in de vrije tijd voor de samenleving inzet en voor het voldoende contacten met anderen hebben zijn de verschillen naar sociaaleconomische status veel kleiner.
Figuur: Diverse uitkomsten Burgerpeiling naar sociaaleconomische status. Bron: Burgerpeiling 2019, O&S.
Effecten van coronapandemie op welzijn
Sinds voorjaar 2020 voeren de GGD’en en het RIVM regelmatig peilingen onder de bevolking uit naar het gedrag, welbevinden en andere zaken rondom het coronavirus. De uitkomsten daarvan geven indicaties voor de gevoelens en het gedrag bij de inwoners van Nijmegen.
- Van de Nijmeegse deelnemers aan het onderzoek was eind 2020 46% enigszins eenzaam en 13% ernstig eenzaam (in totaal bijna 60%, wat vergelijkbaar is met het landelijke beeld). Vooral het aandeel dat enigszins eenzaam is, is groter dan bij de Gezondheidsmonitor volwassenen in 2016 werd gemeten (31% matig eenzaam en 12% ernstig eenzaam). De landelijke uitkomsten laten zien dat het aandeel dat enigszins of ernstig eenzaam is bij jongeren een stuk groter is (77%). Verder tonen de landelijke uitkomsten de invloed van het af- en opbouwen van de lockdownmaatregelen zien. Het aantal mensen met eenzaamheidsgevoelens nam tussen april en juli af. Tot (half) augustus is het beeld stabiel. Daarna is er sprake van een stijging.
- Eind 2020 was 85% van de Nijmeegse deelnemers psychisch gezond (het gaat om een schaalscore op basis van gerapporteerde stress, angst, slaapproblemen en stemming). Met 13% ging het psychisch minder goed en 2% was psychisch ernstig ongezond. Dit komt overeen met het landelijke beeld. De landelijke uitkomsten van het onderzoek laten zien dat dit beeld sinds voorjaar 2020 vrij stabiel is en dat de psychische gezondheid veel lager ligt bij de 16-24-jarigen (62% psychisch gezond).
- 73% gaf het rapportcijfer 7 of meer voor hun leven op dat moment. Bij de Gezondheidsmonitor volwassenen 2016 gaf een groter deel een 7 of meer voor hoe gelukkig men zich voelde (88%).
- 50% sportte minder dan voor de coronapandemie, 14% meer.
- 28% dronk minder alcohol dan voor de coronapandemie, 17% meer.
- 13% at minder gezond dan voor de coronapandemie, 16% gezonder.
- Het aantal rokers, dat sinds de coronapandemie meer is gaan roken, is groter dan het aantal rokers dat minder is gaan roken.