Programma's

Onderwijs

Kwaliteit

Van onderwijs en leerlingen wordt kwaliteit op meerdere fronten verwacht: kwaliteit op cognitief gebied (kunnen leerlingen goed lezen, schrijven, rekenen, informatie verwerken, weten scholen leerlingen op niveau te laten presteren) maar ook op sociaal gebied (zijn leerlingen zelfstandig, ondernemend, creatief). Voor lang niet al deze kwaliteiten zijn goede gegevens beschikbaar.

Veel basisscholen met makkelijke, maar ook veel met juist moeilijke leerlinggroep

Sinds het schooljaar 2019/2020 hanteren de Onderwijsinspectie en het ministerie van Onderwijs de schoolweging als maat voor de aanwezigheid van leerlingen met een achterstandsrisico op een school. Deze maat wordt door het CBS berekend op basis van gegevens over de leerlingen (o.a. het onderwijsniveau van hun ouders). Daarbij wordt zowel naar het aantal leerlingen met een achterstandsrisico gekeken als naar de zwaarte van dat risico.
Het schoolgewicht ligt tussen de 20 (een leerlingpopulatie zonder achterstandsrisico) en 40 (een leerlingpopulatie met een groot achterstandsrisico)

De scholen in Nijmegen kenmerken zich doordat ze meestal of een hoge, of juist een lage schoolweging hebben. De middencategorie komt in Nijmegen relatief weinig voor.

 

Nijmegen

kennissteden

Nederland

in de laagste 15% schoolweging

52%

28%

15%

in de middelste 70% schoolweging

22%

44%

70%

in de hoogste 15% schoolweging

26%

28%

15%

Figuur: Schoolweging scholen in Nijmegen, de kennissteden en Nederland, bron: schoolweging 2019 CBS

De helft van de ruim 40 Nijmeegse scholen heeft een schoolweging waarmee ze tot de 15% van de Nederlandse scholen behoren met het laagste schoolweging. Maar ook bij de scholen met een hoge schoolweging is Nijmegen oververtegenwoordigd: 26% van de scholen hoort tot de 15% Nederlandse scholen met de hoogste schoolweging.
"Gemiddelde" scholen, horend tot de 70% middenmoters onder de Nederlandse scholen, komen in Nijmegen relatief weinig voor. Voor de overige kennissteden geldt ook dat daar relatief weinig gemiddelde scholen voorkomen, maar de oververtegenwoordiging bij scholen met een lage schoolweging is daar een stuk kleiner dan in Nijmegen.

Zwakke en excellente scholen

De onderwijsinspectie beoordeelt doorlopend alle scholen in Nederland op een aantal facetten, waaronder leeropbrengst, maar ook bijv. leerstofaanbod, schoolklimaat en zorg. Scholen die daarbij als (zeer) zwak uit de bus komen krijgen extra toezicht.
Maart 2021 had geen enkele Nijmeegse school het predicaat "(zeer) zwak".

Het Ministerie van Onderwijs heeft sinds 2012 een programma "Excellente scholen" waarin niet gekeken wordt welke scholen onvoldoende zijn, maar dat juist insteekt vanaf de andere kant: welke scholen leveren extra hoge kwaliteit. Scholen kunnen zichzelf aanmelden voor een beoordeling in dit programma. Als een school als “excellent” wordt beoordeeld dan krijgt ze een predicaat dat 3 jaar geldig is.
Voor de periode 2017/2019 hebben vier van de Nijmeegse VO-scholen (Kandinsky, Stedelijk Gym SSGN,en Mondial) hebben, voor 1 of meer van hun afdelingen, een in geldig predicaat "excellent". Dat geldt ook voor de school voor speciaal basisonderwijs SBO de Windroos (locatie Lindenholt).
Vanwege de coronacrisis is de toekenning van nieuwe predicaten opgeschoven naar de periode 2021-2023.

Veel VO-leerlingen op havo/VWO-niveau

Het niveau waarop vo-leerlingen onderwijs volgen is het beste te zien in het derde leerjaar. Voor die tijd zitten veel leerlingen vaak in nog niet naar niveau opgedeelde brugklassen, na het vierde leerjaar is het vmbo al afgelopen.
De afgelopen jaren volgde steeds ruim de helft van de Nijmeegse VO-leerlingen in het derde leerjaar onderwijs op havo/vwo-niveau. Dat is hoger dan gemiddeld in Nederland, waar dit aandeel meestal rond de 45% ligt.
De aandelen vmbo-t-ers in Nijmegen en Nederland zijn ongeveer gelijk. Met name in de lagere vmbo-niveaus zijn er in Nijmegen minder deelnemers dan in Nederland.

Figuur: Leerlingen 3e leerjaar vo, naar niveau. Bron: CBS en DUO/leerplicht, schooljaar 20/21.

Aandeel havo/VWO varieert van wijk tot wijk van 30 tot 90%

Gemiddeld genomen gaat ongeveer de helft van de Nijmeegse leerlingen in de 3e klas van het voortgezet onderwijs naar de havo of het VWO. Tussen de Nijmeegse wijken zijn er echter grote verschillen.

Figuur: Aandeel havo/VWO-leerlingen in 3e leerjaar, gemiddelde 19/20 en 20/21, bron: Leerplicht

  • In de veel wijken in Dukenburg, Lindenholt, Oud- en Nieuw-West en Nijmegen-Zuid gaan relatief weinig leerlingen naar havo/VWO, soms minder dan 35%.
  • Aan het andere uiterste veel wijken in Nijmegen-Oost en Midden, waar meer dan 70% van de kinderen havo/VWO bezoekt.
  • Nijmegen-Noord, Hees, Weezenhof en een paar wijken in Midden/Oost nemen een tussenpositie in.

In 2020 bijna alle VO-leerlingen geslaagd

De eindexamenkandidaten uit het schooljaar 2019/2020 hebben geen centraal examen gehad, vanwege de coronocrisis. Slagen of zakken vond plaats alleen op basis van de schoolonderzoeken. Dit heeft zowel in Nijmegen als Nederland als geheel tot heel hoge slaagpercentages geleidt: 98 (havo) of 99% (VMBO en VWO) van de kandidaten is geslaagd.
In andere jaren slaagt op het VMBO meestal rond de 95% van de examenkandidaten. Op het VWO en met name de havo liggen deze percentages lager. Dit patroon is zowel in Nijmegen als in Nederland als geheel te zien.

 Figuur: Slaagresultaten op Nijmeegse scholen en in Nederland, 2017-2020. Bron: DUO/OOD.

Ruim helft MBO-ers volgt onderwijs op niveau 4

Van de 3900 Nijmeegse studenten die een MBO-opleiding volgen is het aandeel op niveau 1/Entree (geen startkwalificatie) laag, slechts een paar procent. Ruim de helft volgt een opleiding op niveau 4. Dit is vergelijkbaar met de situatie in Nederland als geheel.
 

Figuur: Niveau opleiding Nijmeegse mbo-ers. Bron: DUO.

In Nederland als geheel deed zich in deze jaren een vergelijkbare ontwikkeling voor.

Deze pagina is gebouwd op 04/19/2021 22:14:42 met de export van 04/19/2021 21:59:41